Deze periode ben ik opnieuw veel aan het nadenken over mijn bijdrage aan NSLeeuwarden. In het persoonlijke contact, één op één of in een kleine groep, moedig ik jonge mensen aan en sta ik naast ze om Jezus meer persoonlijk te leren kennen. Ik ben enthousiast over de momenten dat we samen stilstaan bij Gods Woord, en de spannende punten waar iemands leven daardoor geraakt wordt. Het contact aangaan in het ‘hier-en-nu’.
Tegelijk merk ik steeds meer dat ik het niet moet hebben van een vaste rol in ‘de gemeenschap’ – die de vereniging wel vormt met elkaar. Omdat ik in Zwolle woon, en nu ook getrouwd ben, kan ik niet op een heel natuurlijke manier met de Leeuwarder studenten in relatie staan. Terwijl die verwachting er soms wel is; van leden dat ze me regelmatig op een borrel zien bijvoorbeeld. En van mijzelf; bij dat ‘onderdeel van de gemeenschap zijn’ vind ik ook passen dat je in elkaars (dagelijks) leven deelt, en bij elkaar thuis komt. Ik onderzoek samen met mijn leidinggevende en anderen om me heen, hoe ik hiermee om kan gaan. En bid hier ook met Sarah over.
Hoe uitdagend dit is, merk ik ook in mijn ‘andere werk’, als leidinggevende in een buurtsuper in Zwolle. Eén manier om daar als ‘Insider’ te zijn – zoals één van de bijbelstudies van dit seizoen het noemt, is het klaverjassen met de zaterdagploeg, na werktijd. Zo is het leven met mijn motto om “karakters te bereiken en toe te rusten voor een zinvol leven” niet beperkt tot het stafwerk.